Ode aan een verteller

Ik leer Wies van Groningen kennen in 2016 tijdens de cursus Levensverhaal schrijven die ik geef. Op de eerste cursusavond ontmoet ik haar, zittend op haar rollator, voor de locatie waar alles nog donker is. Ze is afhankelijk van extern vervoer en dat valt niet altijd strak te plannen. We besluiten dat ze de taxi terug annuleert en de rest van de cursus met mij meerijdt. De gesprekken die we na de lessen in de auto voeren geven een extra glans aan deze toch al zo inspirerende avonden

Op het moment van de cursus is ze bezig met het schrijven van haar levensverhaal. Herinneringen zijn er genoeg. Bescheiden als ze is vindt ze het echter moeilijk om over zichzelf te schrijven. Maar als ze schrijft en ze vertelt haar verhalen dan lijkt het of ze zingt. En hangen alle cursisten aan haar lippen.

Pas aan het eind van de cursus kom ik erachter dat ze al een aantal boeken op haar naam heeft staan. Boeken over sterke vrouwen. Vrouwen die in de geschiedenis niet expliciet voorkomen, maar deze geschiedenis wel mee bepalen. Verhalenbundels over haar moeder en fotoboek over haar eigen vader, een KNIL-militair. Een boek waarmee ze hem een plaats gaf in haar leven en tegelijkertijd afscheid van hem nam.

Het is zomer 2017 als ik weer iets van haar hoor. Na de cursus is ze blijven schrijven maar tot een boek is het nog niet gekomen. De laatste exemplaren van haar gepubliceerde boeken heeft ze afgegeven bij de bibliotheek. Mij vraagt ze, per e-mail, om ervoor te zorgen dat haar verhalen goed terechtkomen als haar iets overkomt. Ik weet niet hoe snel ik bij haar langs moet gaan.

We drinken samen koffie in de bibliotheek. Ze vertelt dat haar hele leven een zoektocht is geweest naar haar identiteit. Een zoektocht die pas is geëindigd toen ze is gaan schrijven. Nu heeft ze nog één verlangen: vertellen. Vertellen over een koloniaal verleden dat bij zo weinig mensen bekend is. En dat door degene die het wel kennen vaak wordt doodgezwegen. Met haar verhalen de geschiedenis overdragen aan de generaties die na haar zijn gekomen en nog zullen volgen.

Een prachtig verlangen dat we in 2018 handen en voeten geven in ‘Vertellingen uit een Koloniaal Verleden’. Verhalen waarmee ze een stem geeft aan een verleden dat al veel te lang heeft gezwegen. Op een manier zoals alleen zij dat kan. Het wordt een avond om nooit te vergeten.

We drinken liters koffie ter voorbereiding op haar vertellingen en houden ook daarna contact. Als ik haar in januari 2021 meeneem in een mailing over een schrijfworkshop die ik ga geven mailt ze terug dat ze helaas geen tijd heeft. Ze is druk bezig met het uitgeven van haar volgende boek ‘Vertellingen uit een koloniaal verleden’. In mei 2021 valt haar boek op mijn deurmat. Met daarin een persoonlijke groet: ‘Een leven lang leren heb ik van jou weer geleerd’. Een prachtig compliment dat ik zo aan haar had kunnen geven.

Op 30 december 2022 overleed Wies van Groningen op 93-jarige leeftijd. Ik ben dankbaar dat ik haar heb ontmoet, dat ik met haar heb mogen lachen, van haar heb mogen leren en met haar heb mogen discussiëren. Ze heeft een stem gegeven aan de pijn en strijd die ik niet ken, maar vele anderen met haar wel. Ze leeft voort in haar verhalen en als ik ze lees hoor ik haar stem. Het klinkt alsof ze zingt en ik hang aan haar lippen.